VVE richt zich niet alleen op taalontwikkeling. De programma’s richten zich op meerdere ontwikkelingsgebieden tegelijk. Kinderen zijn bezig met tekenen, zingen, spelletjes doen, buiten spelen, luisteren naar verhalen en praten hierover met elkaar.
Enkele voorbeelden uit de praktijk
Fijne motoriek: knutselen zoals kleuren, plakken, knippen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: een positief zelfbeeld van een kind vindt ik heel belangrijk. Daarom houd ik voor de kinderen een positieve spiegel voor. Dat heb jij prachtig gemaakt.
Spraak- en taalontwikkeling: door veel met de kinderen op hun eigen niveau te praten en telkens weer verhalen te vertellen.
Rekenprikkels: wie is er als eerste aan de beurt en wie is als laatste, wie van de kindjes is het grootst wie is het kleinst.
Zelfredzaamheid: de grotere kindjes leren de kleintjes hoe hun jas aan te doen. Ze doen voor hoe je de jas op de grond legt en je armen erin stopt en dan over je hoofd zwaait. Geloof me; de kleintjes doen het gelijk na, en kennen het heel snel.
Verkeer: Ik zet pionnen uit waar ze omheen mogen fietsen. Ik leer ze dan wat links en rechts is. Eerst fietsen ze op een fiets en daarna met de tractor met aanhanger want ja dan moet je de bocht wat groter maken. Oh we komen een verkeerslicht tegen. Rood is stoppen, oranje is stoppen en groen is rijden.
Kiki programma
Kiki is een beer die bij ons woont en samen met de kinderen allerlei avonturen beleeft. Kiki is een extra “vriendje” met zijn eigen karakter die met alles meedoet. Kiki is een knuffel waar de kinderen zich mee kunnen identificeren.
Dit programma kent een onderverdeling in drie leeftijdsgroepen:
- Baby’s 0 – 1,5 jaar
- Dreumesen 1,5 – 2,5 jaar
- Peuters 2,5 – 4 jaar
In alle thema’s zit een logische opbouw, waaraan diverse activiteiten gekoppeld zijn. De activiteiten bestaan onder meer uit: voorlezen, aanleren van liedjes, spelletjes, dansjes en rollenspellen.
Om de woordenschat van de kinderen te vergroten maak ik bij ieder thema gebruik van losse woordkaarten. De kinderen mogen omstebeurt raden wat er op de woordkaart staat. Aan de hand van de woordkaarten ondernemen we verschillende activiteiten.
Dreumesen en peuters hebben nog geen besef van tijdsduur. Daarom wordt er gebruik gemaakt van dagritmekaarten. Met een dagindeling is ’t duidelijk en overzichtelijk voor de kinderen wat we die dag allemaal gaan doen.
Met plezier spelenderwijs ontwikkelen staat bij mij centraal.
Meer weten over VVE in praktijk?